In het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en het Medisch Centrum Leeuwarden (MCL) is in 2004 een prospectief, longitudinaal, observationeel cohort onderzoek gestart, genaamd het ‘Groningen Leeuwarden Axiale Spondyloartritis’ (GLAS) cohort. Dit cohort onderzoek is ingebed in de dagelijkse klinische praktijk. Patiënten worden elke 6 tot 12 maanden op de polikliniek van het UMCG of het MCL gezien door gespecialiseerde reumatologen, verpleegkundig specialisten en/of reumaconsulenten. Patiënten worden behandeld en geëvalueerd volgens de meest recente (inter)nationale richtlijnen. Tijdens de poliklinische bezoeken worden verschillende gegevens verzameld om de ziekte te monitoren, waaronder gegevens over ziekteactiviteit, fysiek functioneren, kwaliteit van leven, pijn, stijfheid, vermoeidheid, mobiliteit van de wervelkolom en ontstekingen van gewrichten en pezen. In het bloed wordt onder andere gekeken naar ontstekingswaarden (CRP en BSE). Tevens worden aspecten van botaanmaak en botafbraak geëvalueerd door middel van röntgenonderzoek en botdichtheidsmetingen. Het GLAS cohort is oorspronkelijk gestart met het includeren van AS patiënten die starten met TNF-α remmers vanwege aanhoudende hoge ziekteactiviteit ondanks behandeling met reguliere onstekingsremmers. . Naast de TNF-α blokkerende geneesmiddelen zijn inmiddels meer biologicals beschikbaar, zoals IL-17 blokkerende geneesmiddelen (o.a. secukinumab), IL-12/23 blokkerende geneesmiddelen (o.a. ustekinumab) of biologicals die zich richten op de JAK/STAT pathway (o.a. JAK-2 inhibitor). Tevens zijn diverse biosimilars geregistreerd.Sinds 2009 worden alle axiale SpA patiënten geïncludeerd, zowel AS als niet-radiologische axiale SpA patiënten, ongeacht met welke medicatie ze behandeld worden. De combinatie van beide hiervan maakt het mogelijk om de resultaten van axiale SpA patiënten met anti-TNF medicatie te vergelijken met een axiale SpA populatie met weinig ziekteactiviteit en zonder behandeling met anti-TNF. Deze mogelijkheid tot vergelijking en de lange follow-up van de studie maken het GLAS cohort zeer waardevol en uniek in zijn soort. Een belangrijke uitkomstmaat is de radiologische progressie in de wervelkolom. Aangezien het ontstaan van radiologische schade een langzaam proces is, is het langdurig (>10 jaar) protocollair vervolgen van axiale SpA patiënten essentieel om deze vraag te kunnen beantwoorden.
Het doel van het GLAS cohort is de ziekte nauwkeurig monitoren en meer kennis verkrijgen over het lange termijn beloop van de ziekte tijdens behandeling in de dagelijkse klinische praktijk. Momenteel worden binnen het GLAS cohort meer dan 900 patiënten gevolgd en daarmee is het GLAS cohort een uniek, groot cohort van axiale SpA patiënten in Noord Nederland.
Inmiddels heeft het GLAS cohort vele interessante resultaten opgeleverd. Voor een volledig overzicht van alle publicaties verwijs ik u graag naar de afgeronde publicaties en proefschriften. Momenteel zijn meerdere promovendi en wetenschappelijke studenten werkzaam op het GLAS cohort. Wetenschappelijk krijgt het GLAS cohort ook internationaal een steeds belangrijkere plaats daar het uniek vanwege het grote aantal patiënten, lange follow-up en complete set aan data.