De diagnose wordt door een reumatoloog gesteld door een combinatie van het klachten patroon, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek zoals bloed onderzoek, röntgenfoto’s en soms een MRI van de SI gewrichten.
Als eerste is het belangrijk wat de klachten zijn. De reumatoloog zal vragen naar wanneer de klachten zijn ontstaan en hoe deze tot uiting komen. Omdat ook de ogen, huid en darmen betrokken kunnen zijn zal de arts hier ook aandacht aan besteden. Ook zal de arts lichamelijk onderzoek doen. Hierbij zal onder andere worden gekeken naar de gewrichten en pezen en de bewegelijkheid van het bekken en de rug.
Vaak wordt er bloed onderzoek gedaan. Hierbij kan er gekeken worden of de ontstekingswaarden in het bloed verhoogd zijn. Daarnaast kan de dokter als hij denkt aan axiale SpA de erfelijke factor HLA-B27 bepalen in het bloed. Als deze aanwezig is wil dit niet zegen dat u de aandoening ook zeker hebt, dit komt ook bij mensen zonder de aandoening voor. Wel kan het in combinatie met de andere gegevens de diagnose ondersteunen.
Er wordt een röntgen foto gemaakt van het bekken en soms ook van de rug. Met röntgen foto’s kan gekeken worden of er afwijkingen zijn aan de botten.
Soms is het nodig een MRI-scan van de SI gewrichten te maken. Hierop kan gekeken worden naar ontstekings verschijnselen. Of dit nodig is hangt van de andere gegevens die de arts heeft verzameld.
Het kan lang duren voordat de diagnose axiale spondyloartritis gesteld wordt. Dit komt omdat de aandoening in het begin vaak moeilijk te herkennen is. “Gewone” lage rugpijn komt veel voor en andere kenmerken worden er niet altijd direct mee in verband gebracht.